Vrijdagavond zitten we nog met z'n zessen aan het diner na een intensieve week projectbezoeken. De rest van het gezelschap is uitgewaaid, al naar Amsterdam of reist nog verder in India of naar Sri Lanka. We evalueren de week: wat waren de hoogtepunten, wat was het meest opmerkelijk? Ik licht er een paar thema's uit.
De heftigheid van de ontmoetingen komt steeds weer terug; hoe is het toch mogelijk dat zoveel mensen in zulke erbarmelijke omstandigheden leven? Maar wat ook in het oog springt is de enorme bevlogenheid en vasthoudendheid van de leiders van de projecten. In Net4kids termen: de locale helden.
Wat opmerkelijk te noemen is, is dat € 25 euro microkrediet voor iemand levensveranderend kan zijn. Armoede houdt zichzelf in stand, het is ongekend moeilijk er uit los te breken. Hoe spaar je een startbedrag voor een bedrijfje bij elkaar als je je kinderen niet eens te eten kunt geven?
We gaan langs bij een vrouw die aan de kant van de weg kokosnoten verkoopt. Met zo'n krediet was ze in staat een eerste voorraad aan te leggen. Voor mij was het moeilijk voor te stellen dat het zou werken, maar terwijl we er staan, stoppen er voortdurend auto's en motoren om kokosnoten te kopen. Zij tilt door die € 25 haar gezin uit de armoede. Ik heb hier duidelijk geen verstand van. Maar leer weer een beetje.
We zien de laatste twee dagen veel van de textielindustrie: van thuiswerkers en sweatshops tot een enrome fabriek. De SAVE organisatie zet zich in om de misstanden tegen te gaan. Dat begint bij het uitbannen van kinderarbeid. En bij SAVE zien we dat er veel komt kijken om een kind uit een fabriek te bevrijden: allereerst de strijd met de werkgever, vaak in samenwerking met de overheid en politie. Meteen daarna zal het gezin het gemis aan inkomsten moeten kunnen compenseren (vaktrainingen, microkredieten), het kind moet naar school (schoolgeld, uniform, boeken) om maar wat van de aspecten te noemen. SAVE pakt al die zaken aan maar gaat ook een stap verder door in gesprek te gaan met bedrijfsleidingen om andere misstanden aan te pakken.. Een "onveilige werkomgeving" heeft hier een andere dimensie.
We bezoeken de mega fabriek van KPR Mill, waar SAVE als een sociale partner al 15 jaar meepraat en een actieve rol speelt in het verbeteren van sociale omstandigheden. We vinden het knap dat zij (naast de vakbonden) die belangrijke rol kunnen spelen terwijl de belangen ogenschijnlijk tegenstrijdig zijn. SAVE lobbyt daarnaast op nationaal en internationaal niveau om tot veel eerlijkere en duurzamere kledingproductie te komen.
Eigenlijk heb ik het minst negatieve gevoel bij de thuiswerkers en de middelgrote ateliers die ik zie. Bij sommige sweatshops zijn de omstandigheden erbarmelijk. Bij KPR Mill, een enorme fabriek, merkt een van mijn medereizigers op dat het wel een legbatterij lijkt: een giga hal met negentig (!) productielijnen van tientallen meters waar naaisters zij aan zij achter naaimachines zitten. Toch is het wel KPR die een ambitieus CSR beleid heeft en door veel klanten, maar ook NGO's wordt gezien als een voorloper in het verbeteren van de werkomstandigheden en het verminderen van de negatieve impact op het milieu.
Fotograferen mag op de meeste plaatsen niet, soms alleen onder de voorwaarde dat er geen labels in het zicht komen. Bij de kleinere bedrijven speelt dat de merken (we zien de hele Kalverstraat voorbij trekken, maar bijvoorbeeld Regent Street) niet willen dat ze worden geassocieerd met de minder professioneel ogende ateliers. Het is in het verleden wel eens misgegaan en waren gepubliceerde foto's aanleiding om het contract op te zeggen. Bij de grote fabriek is me niet helemaal duidelijk waarom ze geen foto's willen, ze publiceren hun klantenlijst immers op allerlei plekken.
In grote delen van deze sector zijn arbeidsomstandigheden beroerd, soms erbarmelijk, maar het wordt nog veel erger als je bedenkt dat van jouw T-shirt van € 29 er maar € 0,18 naar de naaister gaat. Bedenk zelf maar hoeveel dat is bij 'drie shirts voor een tientje'.