De hele maand maart ga ik projecten doen in Ghana en Oeganda voor drie verschillende organisaties. Maar eerst even een terugblik...
Koffie
"Zullen we weer eens een kop koffie drinken? Ja doen, bij Puccini in de Staalstraat?" Dat zal in 2002 geweest zijn, met oud KLM collega Veronika. We praatten bij over wat we na de KLM aan het doen waren. Ik met sites bouwen voor B&B's en advieswerk links en recht, maar waar het interessant werd is wat Veronika vertelde: ze werkt voor een nieuwe kinderhulporganisatie die het anders wil doen dan de gevestigde goede doelen: Net4kids. Geen donatie in een grote pot en vier keer per jaar de nieuwsbrief als tegenprestatie, maar kiezen waar je je geld wilt inzetten en via terugkoppeling ook zien wat er met je geld gebeurt. En je kunt met geld of je inzet helpen de overhead kosten te dekken.
We kijken naar de website en ik bied aan om wat dingen te verbeteren. Die paar dingen zou ik graag voor ze doen. En als ik een paar stappen oversla zit ik wat later part time in het team om te helpen bij de opbouw van Net4kids.
De directe en zakelijke aanpak spreekt mij aan en ik voel me enorm thuis in het team met o.a. oud Oracle medewerkers, oud-KLM-ers en gaandeweg ook een paar van mijn oud collega’s van AGENCY.COM waar ik een paar jaar werkte.
Op reis
Geen marketing zonder beeld en ik besluit in 2006 een paar projecten te gaan bezoeken in India en Nepal. Toeval bestaat niet, zeggen ze. Dat lijkt waar als ik er achter kom dat collega/vriendin Mariëlle in dezelfde tijd op reis is in India. We spreken af in Tirupur in Zuid India en reizen samen via Calcutta naar Kathmandu en bezoeken projecten om veel foto’s te maken. Er opent zich een nieuwe wereld voor me: dit is echt wat anders dan de (al dan niet) gebaande paden op een vakantie. We komen terecht in het ‘echte leven,’ en natuurlijk op de plekken waar witte stranden, wuivende palmen en bezienswaardigheden (letterlijk of figuurlijk) ver weg zijn.
Ik kan er veel verhalen vertellen, eentje licht ik er uit. In Calcutta bezoeken we een aantal meisjes-huizen. Daar zien we vooral hoe het de voormalig straatkinderen vergaat als ze onderdak, verzorging en scholing krijgen. Ik weet dat de achtergronden soms schrijnend zijn, maar hier zijn er oplossingen, hier is hoop.
Tussen wat bezoeken door vraagt Sister Cyril, de leidster van het project, of we even mee willen met wat van de schoolmeisjes: ze gaan hun dagelijkse ronde doen op het Sealdah Station vlakbij. Het station voldoet helemaal aan de cliches: een groot, heet, chaotisch en overvol station. De meisjes zoeken daar dakloze vrouwen op om ze van eten te voorzien. Met mijn camera voor de neus observeer ik en lijkt er ook altijd extra afstand tot wat ik zie. Maar die middag is aan de man met de hamer niet te ontkomen. Veel vrouwen liggen in vervuilde hoeken, hun kleding verdient die naam niet, ze lijken niet of nauwelijks bezittingen te hebben en het is overduidelijk dat het eten heel welkom is. Wat ik me pas achteraf realiseer is dat ik misschien wel het meest geschokt was hoe normaal die meisjes het allemaal leken te vinden. Die middag heb ik kennelijk heel stil en verdwaasd voor me uit zitten kijken. De herinnering van dat bezoek is in mijn geheugen gebeiteld.
Nooit niet betrokken
Ook als ik na de opbouwfase van Net4kids het stokje overgeef, blijf ik projectreizen maken voor fotografie in Afrika en Zuid Azië, soms ook voor andere organisaties (Tamsarya, Miva, Partnership Foundation). En als Anke van Net4kids belt voor een of ander klusje, pak ik dat natuurlijk met liefde op. Ik vind het fijn een steentje bij te dragen. Het gaat ergens om.
Rond 2009 doe ik met Veronika een project voor Wilde Ganzen, waar we ons richten op de verzelfstandiging van locale projectorganisaties in Brazilië, India en Zuid Afrika.
Van 2019-2022 zit ik weer een paar dagen per week op kantoor bij Net4kids om het proces rond webpublicatie en automatisering te stroomlijnen.
PUM
“Als ik later groot ben, wil ik bij de PUM.” Oorspronkelijk gingen gepensioneerden bij PUM aan de slag om projecten in ontwikkelingslanden te doen, maar toen ik in 2015 hoorde dat iedereen zich kon aanmelden, heb ik dat meteen gedaan. Nu zo’n acht jaar dus adviseer ik kleine ondernemingen (m.n. in de toeristische sector in Zambia). Ik zit wat verder af van het ‘doel’ want ik help vooral commerciële ondernemingen. Maar door de groei die we voor die bedrijfjes realiseren komt het doel toch in zicht: groei in werkgelegenheid en dus een menswaardiger bestaan voor de werknemers en hun families.
Wat ik jammer vind, is dat PUM me maar weinig inzet. Want ik heb namelijk tijd in overvloed.
TBWW, LTP en Ignite
Gelukkig hebben ook een paar andere organisaties me gevonden. Dus sta ik nu ineens aan de vooravond van een reis van vijf weken voor drie verschillende organisaties.
De laatste boodschappen, de koffers pakken, alle snoertjes en plugjes voor camera's en geluid (nog een keer!) checken en dan over een paar dagen richting Ghana...
FAQ
Krijg je ervoor betaald?
Ja en nee. Bij Net4kids werkte ik in de ‘kantoorperiodes’ voor een non-profit tarief, alleen bij Wilde Ganzen verdiende ik een gangbaar ZZP tarief. De fotoreizen voor Net4kids betaal ik zelf, Miva en PUM betaalden/betalen de onkosten. De komende reizen zijn weer helemaal als vrijwilliger, met een dekking van de reis-en verblijfskosten.
De ervaringen die ik opdoe en de voldoening die het geeft zijn overigens onbetaalbaar!
Joh, wat super dat je dit doet!
Andere reacties gaan vaak over hoe geweldig mensen vinden dat ik dit doe. Maar het is echt niet alleen altruïsme. Ik word er namelijk zelf heel blij van. Een bijdrage leveren aan een groter doel: bijvoorbeeld zoveel straatkinderen een fatsoenlijk leven en dus kansen geven. Maar nog meer voldoening krijg ik uit de directe samenwerking met (sociale) ondernemers en uit de lol die we hebben om wat moois te bouwen en daarmee te zorgen voor ‘waardigheid’ in mensenlevens.
Waarom doe je dit? Wat inspireerde je?
Al iets van 30 jaar terug wees een KLM collega mij op een boekje (het is dun, maar noem het gerust EEN BOEK): Man's Search for Meaning van Victor Frankl. Misschien was dat voor mij wel ‘life changing,’ Ik ben niet de enige die het belangwekkend vond: het is al 20 miljoen keer verkocht sinds de eerste uitgave uit 1946. Even snel door de bocht wat het voor mij betekende: ik doe iets voor anderen en mijn leven krijgt daardoor betekenis. Wat ik nu doe voelt heel wat relevanter dan alles wat ik in mijn andere werkzame leven deed.
En toen mijn kennismaking met Loek en Anke van den Boog, oprichters van Net4kids. Luister naar hun verhaal en je kunt niet anders dan concluderen dat je zelf een verschil kunt maken. Die druppel op een gloeiende plaat lijkt geen zin te hebben. Maar een initiatief dat voor één of meerdere mensen een waardiger bestaan oplevert, dat is alle moeite waard!
En natuurlijk Hans Rosling’s boek Feitenkennis dat hielp om veel van mijn vooroordelen weg te poetsen en optimisme te omarmen. Doe zelf de test maar eens die je vindt op factfulnessquiz.com.
Vorig jaar waren er de TV serie van Sander Schimmelpenninck ‘De Kloof’ en het boek ‘De Zeven Vinkjes’ van Joris Luyendijk die ik ongeveer gelijktijdig zag/las. De plek waar je geboren bent maakt het verschil. Dat heb ik zo direct ervaren door het werken in Zambia. Mijn voorsprong komt echt voort uit de plek van mijn wieg (en een paar van die zeven vinkjes) en echt niet omdat ik er zo hard voor gewerkt heb. Dat doen al mijn maten in Zambia ook, maar de plek van hun wieg zet ze op een flinke achterstand ten opzichte van mij met de plek van mijn wieg in Nederland.